En ik maar denken dat ik best in staat was om voor dat probleem een goede oplossing te verzinnen. Maar dat had ik dus totaal mis. Ik werd vierkant uitgelachen door de man aan de andere kant van de tafel. Mijn potentiële klant.
Slik.
Hij legde het maar meteen even uit: een goed plan moest ik bedénken. Als ik iets wilde verzinnen, dan deed ik dat maar in mijn vrije tijd. Een professional die iets verzint – hij vond het lachwekkend en treurig tegelijk. Dingen verzinnen op je werk, het zou verboden moeten worden.
Hij was zo stellig over het verschil in betekenis dat ik zelf bijna begon te twijfelen. (Terwijl verzinnen en bedenken volgens Van Dale toch echt synoniemen zijn.)
Deze manager corrigeerde zijn medewerkers altijd als hij ze betrapte op dat ‘verboden’ woord. Verzinnen associeerde hij met sprookjes, fabeltjes en zelfs met leugens. Bij bedenken kreeg hij juist grootse uitvindingen, geniale oplossingen en sublieme ideeën op zijn netvlies.
En toen werd het ineens tóch een leuk gesprek.
ALLES IN CONTEXT
Want in zijn toelichting kon ik me eigenlijk wel vinden. Bij ‘verzinnen’ voel ik ook wat meer een losse pols en bij ‘bedenken’ inderdaad iets sterker die krakende hersens. Al is dat verschil wel heel subtiel. En voor mij toch ook zeker een kwestie van context. Want een complete zin geeft woorden als verzinnen en bedenken uiteindelijk pas echt betekenis. De context levert het gevoel erbij, in de samenhang zit de nuance.
Andersom werkt dat ook zo: de context van je tekst bepaalt welke woorden je gebruikt. En onder context valt ook de factor doelgroep. Wie is jouw lezer?
Grote kans dat je een brief aan een vriendin afsluit met ‘liefs’ en een brief aan een klant met ‘vriendelijke groeten’ of misschien zelfs met ‘hoogachtend’. (En nee, ‘in afwachting van uw antwoord verblijven wij’ kan écht niet meer! Over verbieden gesproken…)
In veel gevallen doe je het automatisch goed. Je voelt prima aan wat kan en wat niet. Maar er zijn ook genoeg situaties waarin de twijfel toe kan slaan.
Deel je iets mede of zeg je het gewoon?
Is er een evenement of vindt het plaats?
Vraag je of je collega mee wil werken of verzoek je hem zich coöperatief op te stellen?
SNAP JE LEZER
Je wilt dat je boodschap goed overkomt, je wilt serieus genomen worden. Van groot belang daarom dat je je woordkeuze op de ontvanger afstemt. Want om hem of haar draait het! Dus stel je de lezer centraal, in elke tekst, altijd. Twijfel je? Laat je tekst dan door iemand anders nalezen – die kijkt er letterlijk met hele andere ogen naar. Dat kan heel verhelderend zijn.
Want je zult maar zo’n manager hebben die een door jou verzonnen idee direct naar de prullenbak verwijst…