Ben jij ooit in zo’n echt truckerscafé geweest? Daar houden ze wel van een praatje. Logisch, na al die uren eenzaam achter het stuur. Eenmaal weer op de weg vallen de vrachtwagenchauffeurs terug op truckerstaal. Dat is een soort gebarentaal met de koplampen en de claxon. De claxon als uitroepteken (of erger) en via geknipper zeggen ze: ja hoor, voeg maar in / hé hoi, doei / je kunt naar rechts, makker. Lekker snel en helemaal handsfree. Superhandig!
ER IS IETS LOOS
Pas zat ik zelf ’s ochtends in de auto. Een vrachtwagen knipperlichtte me tegemoet. Kende ik hem? Had ik groot licht aan? Was er politiecontrole? Ik had geen idee. Vlak daarna haalde ik een vrachtwagen in die ook al stevig naar me knipperde. Wat bedoelde die nou weer? Schade aan mijn auto? Een afgebroken uitlaat? Het maakte me onrustig. Twee knipperende truckers, er moest wel iets loos zijn. Maar ik kon het ze niet vragen – ik spreek geen truckerstaal.
Ik moest denken aan mijn baan bij een IT-bedrijf, jaren terug. Op mijn eerste werkdag deed iedereen supervriendelijk. Alle collega’s stelden zich voor en we kletsten gezellig bij de lunch. De tweede dag bleven ze vriendelijk, maar gingen de gesprekken al meer over wat hen werkelijk bezighield. Computers, kort samengevat. Na een week sloeg bij mij de twijfel hard toe: ik moest teksten redigeren die ik totaal niet begreep en ontspannen meepraten bij de lunch was er niet meer bij. Waar hadden ze het in vredesnaam over? Wat deed ik hier eigenlijk?
QUERY
Aanhaken was de enige oplossing. Ik was op hún terrein. Ik moest hun taal leren. Ik ging lezen, veel lezen. Soms gooide ik een snelle IT-term door een gesprek, dat hielp bij de acceptatie. Ik grapte over hun nerd-zijn en hun geheimtaal. Het werkte. Na een tijdje was ik er niet meer zo mee bezig: ik was per slot van rekening niet aangenomen vanwege onvermoede IT-kwaliteiten. Maar toen had ik het zelf ook al elke dag over query’s, FO’s en requirements.
Eerlijk gezegd viel dat me pas op toen er een nieuwe leek in dienst kwam. ☺
Zo gaat dat dus. Je ontwikkelt met de mensen met wie je werkt en omgaat een manier om zo vlot mogelijk te communiceren. Aan een half woord heb je genoeg. Dat buitenstaanders jullie niet verstaan is niet zo erg: buiten jullie wereld gebruik je die taal niet of nauwelijks.
BASISTRUC(K)S
Die knipperlichtende truckers, die communiceren dus uitstekend. De snelweg is hun terrein – koplamp en claxon hun vocabulaire. Dat ik als gewone automobilist geen idee heb wat ze nou precies bedoelen, tja, dat is niet hun probleem. Of toch wel?
Mijn onrust die ochtend op de weg tussen de knipperlichtende truckers was lastig. Het leidde af; ik twijfelde aan mijn rijstijl, aan de technische staat van mijn auto. Ik kon niets terugzeggen, niets vragen. Ik ben er dus nooit achter gekomen wat ze nou bedoelden.
Dus, lieve truckers, willen jullie me wat basisgeknipper leren? Zodat ik weet wanneer ik moet stoppen vanwege een rammelende uitlaat of wanneer ik juist vrolijk door kan rijden omdat jullie mijn auto gewoon hartstikke cool vinden.
Maak je geen zorgen over jullie territorium of jullie geheimtaal. Ook als jullie een paar simpele communicatietrucs met ons delen blijven truckers gewoon king of the road. ☺